Het Nederlandse bedrijfsleven houdt altijd behoefte aan mbo’ers met niveau 2 of 3 op zak, aldus MKB-Nederland-voorzitter Michaël van Straalen in reactie op de uitspraken van de Groningse hoogleraar Jouke van Dijk eerder deze maand. Van Dijk stelde in het programma Nieuwsuur dat er zo’n 500.000 banen op deze twee mbo-niveaus voorgoed zullen verdwijnen. Volgens hem realiseert men zich onvoldoende dat er een groot probleem bestaat met werkloosheid op de laagste niveaus. “Dat er 500.000 banen zullen verdwijnen, lijkt ons een fabel”, zegt Van Straalen. “Er is geen aanleiding om te spreken van een werkloze generatie. Denk bijvoorbeeld aan techniek, de bouw en kappers. Dit zijn allemaal functies waarvoor een opleiding op mbo-niveaus 2 en 3 nodig is en dit soort banen zullen allemaal blijven bestaan.”

De bewering van Van Dijk leidde tot Kamervragen aan minister van Onderwijs Jet Bussemaker. Volgens haar is er “geen goede onderbouwing voor de betrokken stelling”. Wel onderkent Bussemaker dat technologische ontwikkelingen vooral druk uitoefenen op het middensegment van de arbeidsmarkt. “Dit suggereert dat de kansen op een baan in het middensegment wat afnemen”, aldus de minister.

Ook Van Straalen stelt vast dat er wel sprake is van een verschuiving in de arbeidsmarkt. “Administratieve en financiële functies worden wel geraakt door de impact van ICT. Maar een verschuiving leidt niet per se tot een verlies van banen.” Van Straalen vindt dat de verhouding tussen het mbo en het bedrijfsleven geoptimaliseerd moet worden. “Bedrijven moeten aangeven wat ze nodig hebben, nu maar ook in de toekomst. De verschillende niveaus op het mbo komen natuurlijk niet uit de lucht vallen, werkgevers willen op maat mensen laten instromen. Er is grote ongerustheid ontstaan bij mbo-leerlingen, maar dat is helemaal niet nodig.” Door vraag vanuit de markt en de studiebijsluiter, waarin scholen omschrijven hoe het gesteld is met het arbeidsmarktperspectief, zouden opleidingen met minder goede vooruitzichten vanzelf minder leerlingen moeten trekken, denkt Van Straalen. “Te weinig capaciteit in de markt vertaalt zich bijvoorbeeld in een gebrek aan stageplaatsen en leerwerktrajecten.”

Comments


Add Comment